Pasteitjes (voor 15-20 pasteitjes) 250 g margarine, in blokjes 500 g bloem + bloem om uit te rollen 1 el bouillonpoeder 2 eierdooiers vulling 1 grote vastkokende aardappel, in blokjes, 1 ui, fijngesneden 1 teen knoflook, fijngehakt 2 el zonnebloemolie 100 g kipfilet, in kleine blokjes 100 g diepvries doperwten, 2 min. voorgekookt 100 g kousenband*, kleingesneden en 5 min. gekookt 50 g kikkererwten uit blik, afgespoeld 2 el kerriepoeder Meng voor het deeg de margarine met de bloem en het bouillonpoeder in een keukenmachine of met een handmixer tot het een kruimelig mengsel is. Voeg 7-8 el koud water toe en kneed het met de hand snel verder tot een soepel deeg. Verpak in huishoudfolie en leg tot gebruik in de koelkast. Kook voor de vulling de aardappel gaar in 5-7 min. in kokend water met zout. Spoel koud en laat uitlekken. Fruit in een koekenpan de ui en de knoflook in de zonnebloemolie. Voeg de kipblokjes toe en bak rondom bruin en van binnen gaar. Voeg de aardappelblokjes, doperwten, kousenband en kikkererwten toe en warm goed door. Breng het op smaak met het kerriepoeder, peper en zout en bak nog kort even mee. Verwarm de oven voor op 180°C. Rol het deeg op een dun met bloem bestoven aan¬recht uit tot een grote dunne lap van 2 mm dikte. Steek er rondjes uit van 10-12 cm doorsnee en leg een eetlepel vulling op het midden van elk plakje. Klop de eidooiers los met twee eetlepels water. Bestrijk de randen met eigeel. Vouw het deeg dubbel en druk het aan de randen aan met een vork. Kwast de gehele bovenkant in met eigeel. Leg ze op bakpapier op een oven rooster en bak